Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [94]Verbreek [95]het werk van God niet [96]om der spijze wil. [97]Alle dingen zijn wel rein; maar het is [98]kwaad den mens, die [99]met aanstoot eet. 94. Grieks, ontbind niet, of maak niet los; namelijk zoveel in u is, met ontijdig gebruik der Christelijke vrijheid, verachting en aanstoot; dit wordt gesteld tegen opbouwen of stichten. 95. Dat is, het geloof des zwakken broeders, hetwelk God heeft begonnen in hem tot zijne zaligheid te werken; want het is een grote zonde af te breken hetgeen God bouwt. 96. Dat is, om zulk ene geringe zaak, als daar is deze of die spijs te eten. 97. Dat is, ik beken wel dat den Christenen nu geoorloofd is allerlei spijs te eten. Zie vs.14. 98. Dat is, zondig en schadelijk. 99. Namelijk der zwakken.